Gastblog: een bevalling uit het boekje

Ik was het type zwangere dat tegen beter weten in alle bevallingsverhalen las om vervolgens met de rillingen over mijn lijf aan mijn eigen aankomende bevalling te denken. Het zijn namelijk opvallend vaak de meer traumatische ervaringen die gedeeld worden. Logisch en begrijpelijk, don’t get me wrong. Maar juist daarom voel ik de sterke behoefte om ook mijn verhaal te delen. 

Mijn zwangerschap is helaas geen ‘roze wolk’-verhaal. Ik ben tot de 20ste week enorm misselijk geweest en hield maar weinig binnen. Ik voelde me moe, neerslachtig en kon niet begrijpen wat er zo mooi was aan zwanger zijn. Behalve het feit dat je lichaam daartoe in staat is dan. De misselijkheid ging over, maar werd eigenlijk direct opgevolgd door de fysieke kwaaltjes. Bandenpijn, rugpijn, vermoeide bekken en een buik die steeds meer in de weg ging zitten. Regelmatig heb ik geroepen dat ik best een kind had willen krijgen zonder er zwanger voor te hoeven zijn. Daar kom ik nu trouwens ook wel weer op terug, want eigenlijk was dat getrappel in mijn buik best gezellig. 

Het kleine (en actieve) jongetje in mijn buik ontwikkelde zich goed en voor ik het wist bereikte ik de mijlpaal van 37 weken. Ik had altijd de wens gehad om thuis te bevallen en vanaf dit moment mocht dat dus ook! Met stipt 37 weken staken ook meteen de oefenweeën (of voorweeën) de kop op. Onregelmatig kwamen de zeurderige krampen langs en zo snel als dat ze kwamen gingen ze ook weer. Van mijn eerste oefenweeën was ik behoorlijk onder de indruk: zou dit het zijn?! Maar na een paar dagen keek ik er niet meer gek van op en probeerde ik ze zelfs te negeren. Zo ook die donderdagmiddag. Mijn man en ik hingen op de bank, keken tv en af en toe moest ik me even focussen  op mijn ademhaling wanneer ik opnieuw een ‘oefenwee’ kreeg. Het was mijn man die uiteindelijk concludeerde dat er aardig regelmaat in zat. Ik lachte zijn opmerking weg, maar besloot uiteindelijk toch even onder de douche te stappen. De verloskundige had me dat trucje geleerd: onder de douche zouden oefenweeën namelijk verdwijnen.

Daar zat ik, op mijn krukje onder de douche. Mijn man op de badkamervloer met de weeëntimer in zijn hand. Ik durfde het nog geen weeën te noemen, dus ieder krampje werd netjes getimed, tot daar plots de melding was: ‘Je bent in bevalling’. Ik zag de paniek licht toenemen bij mijn man, die direct het nummer van de verloskundige intikte. Zelf was ik er vrij nuchter onder, want dit kon het toch niet zijn..

Een uur later stond de verloskundige voor de deur. Ik was ondertussen op bed gaan liggen, hopend dat ze er niet voor niets zou zijn. Maar niks was minder waar, want bij het toucheren bleek ik al op 6 centimeter te zitten! Vol ongeloof heb ik gelachen, als dít was waarmee ik de komende uren nog moest dealen, begreep ik niet waar alle pijnverhalen vandaan kwamen. Die opmerking nam ik trouwens ook vrij snel weer terug, want na het toucheren namen de weeën in hevigheid toe. Nog altijd goed op te vangen, maar net even wat pittiger. Ik schuifelde wat van het bed naar de douche en weer terug, niet beseffende dat mijn bevalling echt begonnen was. Ik heb mezelf (letterlijk!) nog eens geknepen om te checken of ik niet droomde. Ontspannen dat ik was kletste ik de oren van het hoofd van mijn man, de verloskundige en mijn moeder (die zich ondertussen ook naar mijn huis gehaast had). Twee uur na de eerste check, zat ik op 8 centimeter. Mijn vliezen waren nog altijd in tact en werden gebroken, waardoor er nog meer vaart in kwam. Na opnieuw een klein uur weeën weg puffen onder de douche verplaatste de druk zich naar mijn rug en steeds verder naar beneden. Nog een laatste keer verplaatste ik me terug naar het bed voor controle, die gevolgd werd door de woorden ‘het is zo ver’.

Met 10 centimeter ontsluiting kwam ook de persdrang. Daar waar ik de weeën zo makkelijk had opgevangen, bleek persen iets minder mijn ding. Lichtelijk in paniek zocht ik waar ik heen moest persen. Tijdens mijn bevalcursus had ik geleerd hoe ik vooral niet naar mijn hoofd moest persen, maar mijn geheugen liet me even in de steek. Terwijl mijn man op commando nieuwe koude washandjes op mijn hoofd legde, coachte de verloskundige me de persweeën door. Ik herinner me nog goed dat ik na vier weeën persen dacht dat het toch echt niet zou gaan passen. Maar kort daarna kwam het hoofdje in zicht en bereikte ik het, naar mijn mening, meest vervelende punt van de bevalling: het moment dat het hoofdje staat en de wee wegzakt. De verloskundige instrueerde me te wachten tot de volgende wee opkwam. Met toenemende paniek (want dit deed pijn!) en een lijf wat niks liever wilde dan persen, ben ik achteraf ontzettend blij dat ik naar de verloskundige geluisterd heb. De wee die daarop volgde, werd mijn zoon geboren. Hij kwam ter wereld als een sterrenkijker, met zijn hoofd naar boven gedraaid én zijn handje naast zijn hoofd. Alle ingrediënten voor een totaalruptuur volgens de verloskundige, maar door mijn coachbare houding heb ik dat weten te voorkomen. 

“Een bevalling uit het boekje”, zo noemde de verloskundige het. Toch heeft het tempo van mijn bevalling aardig impact op me gehad. Ik weet dat veel vrouwen zullen tekenen voor een 6-uur-durende bevalling en dat ik écht niet mag klagen, maar er was maar weinig tijd om tot het besef te komen dat dit het moment is waar ik 37 weken naar toe had geleefd. Ik had nooit verwacht dat ik zou zeggen dat mijn bevalling wel iets langer had mogen duren. Als er iets is wat ik andere toekomstige mamma’s daarom wil meegeven is het wel: geniet, ontspan en vertrouw op je lichaam, you got this!

Liefs, de trotse mamma van een heel mooi jongetje!




Close